Een bestemming van een energie-eenheid bepaalt hoe en voor welk doeleinde de energie-eenheid of deel van het gebouw gebruikt wordt.
Geldige waarden
#
waarde
beschrijving
1
wonen
Elk (deel van een) gebouw, bestemd voor individuele of collectieve huisvesting. Een extra opsplitsing wordt gemaakt in wooneenheden, zodat elke EPB-eenheid slechts één wooneenheid bevat.
Aanvullende beoordelingscriteria :
Criterium voor een gebouw met individuele woonbestemming : Een wooneenheid is een eenheid die over de nodige woonvoorzieningen beschikt om autonoom te kunnen functioneren ; meer bepaald een toilet, een douche of bad en een keuken of kitchenette.
Criterium voor gebouwen met collectieve woonbestemming : aanwezigheid van collectieve voorzieningen en geen aanwezigheid van wooneenheden.
(enkel van toepassing op vergunningsaanvragen / meldingen van niet-residentiële gebouwen vóór 2017, en op residentiële gebouwen)
2
kantoor
Elk (deel van een) gebouw dat bestemd is voor een dienstverleningsfunctie, waarin voornamelijk administratief werk wordt verricht, en waaronder ook de gebouwen vallen die bestemd zijn om te worden gebruikt voor de uitoefening van een vrij beroep als vermeld in artikel I.8, 35° van het Wetboek van economisch recht (tweede vermelding);
Kantoren met een beschermd volume kleiner dan 800 m³, die behoren bij een deel met een andere bestemming, kunnen hierop een uitzondering vormen: ze kunnen bij de andere bestemming gerekend worden. Toch kan men ze ook als aparte EPB-eenheden beschouwen.
(enkel van toepassing op vergunningsaanvragen / meldingen van niet-residentiële gebouwen vóór 2017)
3
school
Elk (deel van een) gebouw dat bestemd is voor een onderwijsfunctie
(enkel van toepassing op vergunningsaanvragen / meldingen van niet-residentiële gebouwen vóór 2017)
4
andere specifieke bestemming (ASB)
Een (deel van een) gebouw dat niet valt onder woongebouw, kantoorgebouw, schoolgebouw of industrieel gebouw. Hieronder vallen onder andere ziekenhuizen, hotels en restaurants, sportvoorzieningen, groot- en kleinhandelsgebouwen, andere typen energieverbruikende gebouwen.
(enkel van toepassing op vergunningsaanvragen / meldingen van niet-residentiële gebouwen vóór 2017)
5
industrie
Elk (deel van een) gebouw dat bestemd is voor de productie, de bewerking, de opslag of manipulatie van goederen
6
landbouw
Voor bepaalde landbouwgebouwen zijn er ook EPB-eisen, namelijk voor een serre, een gebouw voor energie-intensieve productie-, bewaring of primaire behandeling van plantaardige producten en voor een varkensstal of pluimveestal. Alle andere niet voor bewoning bestemde gebouwen van een landbouwbedrijf zijn vrijgesteld van de geldende EPB-eisen.
7
gemeenschappelijk deel
Elk fysiek aaneensluitend deel van een (deel van een) gebouw) dat gemeenschappelijk gebruikt wordt en grenst aan minstens één energie-eenheid. Gemeenschappelijke delen, zoals traphallen, grenzen altijd aan meerdere energie-eenheden. Alle gemeenschappelijke delen die fysiek aan elkaar grenzen, worden altijd samengenomen in een energie-eenheid.
Ook twee gemeenschappelijke delen van elkaar gescheiden door een deur worden samengenomen, want ze grenzen aan elkaar. Als de gemeenschappelijke delen niet toe het beschermde volume van het gebouw behoren en dus niet verwarmd zijn, beschouwen we ze als aangrenzende onverwarmde ruimten.
8
niet-residentieel
elke eenheid van aangrenzende lokalen die in hetzelfde gebouw liggen, die het voorwerp zijn van werken van dezelfde aard, die ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk te worden gebruikt en die een niet - residentiële bestemming hebben met uitzondering van industriële gebouwen en landbouwgebouwen.
(enkel van toepassing op vergunningsaanvragen / meldingen van niet-residentiële gebouwen vanaf 2017)
Ontwerpvan besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft aanpassingen aan diverse bepalingen inzake deenergieprestatieregelgeving